Hieronder vind je voorbeelden van oefenvragen, met antwoorden, uitleg en handige verwijzing naar het betreffende onderdeel van de theorie.
Ook bij een goed antwoord wordt de uitleg gegeven, omdat je bij meerkeuzevragen nu eenmaal ook min of meer ‘gegokt’ kunt hebben – en je wilt van oefeningen toch iets leren.
onderdeel werkwoordsspelling
1. Hij kon die vraag toen niet (beantwoorden).
2. Dat had hij niet zo (bedoelen).
3. (aanbranden) aardappels kunnen erg stinken.
4. Hem (houden) je niet zo gemakkelijk voor de gek.
5. (Raden) eens wat ik gekregen heb!
onderdeel overige spelling
6. .......... houdbaar tot
7. Kies de juiste spelling:
8. Kies de juiste spelling:
9. Kies de juiste spelling:
10. Kies de juiste spelling:
11. Kies de juiste spelling:
onderdeel leestekens
Op de plaats van _ komt een
Op de plaats van _ hoort
Het gebruik van de leestekens is
onderdeel ‘basisgrammatica’ (zinsdelen en woordsoorten
In deze zin is een
'het' is
'dat' is
'toen' is
onderdeel ‘formuleren’
Deze zin bevat
Deze zin bevat
Bij onze e-learning vind je in principe onderaan elk theoriedeel en elke oefening een link naar de volgende stap. Wij loodsen je zo via uitgekiende routes door de sites.